Principes Inspectie 2.0
Het OK en andere referentiekaders
Inspectie 2.0 op maat
Registratie na een doorlichting of tussentijds bezoek
DataWijzers
ABC van Inspectie 2.0
Principes Inspectie 2.0
In 2018 startte de onderwijsinspectie met Inspectie 2.0:
- We lichten methodologisch onderbouwd door en samen met de onderwijsinstellingen en de begeleidingsdiensten delen we verschillende referentiekaders: het referentiekader voor onderwijskwaliteit: het OK
- Net zoals in het OK staat ook in elke doorlichting de leerling of cursist centraal.
- We lichten elke onderwijsinstelling minstens één keer om de zes jaar door.
- We gaan met de onderwijsinstelling in dialoog over haar kwaliteitsontwikkeling en haken daarbij in op de interne kwaliteitszorg van de instelling.
- We beperken de administratieve lasten en vragen enkel documenten die een rol spelen in de schoolwerking.
- We nemen een controlerende én stimulerende rol op.
- We willen instellingen vertrouwen geven. We vertrekken van het uitgangspunt dat de onderwijsinstelling de eerste verantwoordelijke is voor haar kwaliteit.
Hier vind je een filmpje over de eerste ervaringen met Inspectie 2.0 in 2017.
Het OK en andere referentiekaders
De onderwijsinspectie coördineerde de cocreatie van verschillende referentiekaders:
- Het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK)
- Het referentiekader voor CLB-kwaliteit (RclbK)
- Het referentiekader voor internaatskwaliteit (RiK)
- Het referentiekader voor de kwaliteit van het NT2-onderwijs
- Het referentiekader voor kwaliteitsvolle leersteun
- Het referentiekader voor NAFT-kwaliteit
Inspectie 2.0 op maat
Vanaf het schooljaar 2023-2024 zetten we een verdere stap in de uitrol van Inspectie 2.0 en lichten we nog meer door op maat van de school, het centrum of de academie. Wat betekent dit? Bekijk ons filmpje over Inspectie 2.0 op maat!
Op vijf manieren willen we sterker differentiëren tussen instellingen:
- Door de inhoud van de doorlichtingen te variëren.
- Door het aantal inspecteurs in een doorlichtingsteam af te stemmen op de instelling (op het aantal vestigingsplaatsen, inschrijvingen, leraren, onderwijsvormen …).
- Door het aantal dagen van een doorlichting af te stemmen op de instelling.
- Door de frequentie van de doorlichtingen af te stemmen op de instelling.
- Tussen twee doorlichtingen vinden er een of meer tussentijdse bezoeken plaats. Deze bezoeken verschillen in inhoud en frequentie.
De differentiatie vindt plaats op basis van de gegevens uit de DataWijzer en vorige doorlichtingsverslagen.
Met de doorlichtingen op maat en tussentijdse bezoeken beoogt de onderwijsinspectie vijf doelen:
- We stellen de ontwikkeling van de leerling of cursist centraal en dragen bij aan optimale leerkansen voor alle lerenden.
- We verhogen de frequentie van de contacten met de instellingen om zo meer stimulansen en impulsen te geven.
- We verhogen de efficiëntie en de effectiviteit van de onderwijsinspectie.
- We versterken de samenwerking tussen de instellingen, de pedagogische begeleidingsdiensten en de onderwijsinspectie.
- We dragen bij tot het onderwijsbeleid door een breed en actueel beeld te bieden van de onderwijskwaliteit en de kwaliteitsontwikkeling in de instellingen.
Registratie na een doorlichting of tussentijds bezoek
Om de differentiatie van de toekomstige doorlichtingen en tussentijdse bezoeken te onderbouwen, registreert de onderwijsinspectie volgende elementen:
De kwaliteitsontwikkelingsbekwaamheid en -bereidheid van de school
Een school is kwaliteitsontwikkelingsbekwaam indien uit haar werking blijkt dat ze over de competenties en de capaciteit beschikt om
- haar kwaliteit te ontwikkelen vanuit een gedragen visie die vertaald is in de onderwijsleerpraktijk
- haar werking cyclisch, systematisch en betrouwbaar te evalueren vanuit de resultaten en effecten bij de leerlingen
- haar kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk te borgen en te ontwikkelen.
Een school is kwaliteitsontwikkelingsbereid indien uit haar werking blijkt dat ze over de bereidheid beschikt om
- haar kwaliteit te ontwikkelen vanuit een gedragen visie die vertaald is in de onderwijsleerpraktijk
- haar werking cyclisch, systematisch en betrouwbaar te evalueren vanuit de resultaten en effecten bij de leerlingen
- haar kwaliteit van de onderwijsleerpraktijk te borgen en te ontwikkelen.
- Mogelijke aandachtspunten voor een toekomstig doorlichtingsscenario of een toekomstige doorlichtingsfocus.
- Voor het leerplichtonderwijs: mogelijke aandachtspunten over een CLB of leersteuncentrum voor een toekomstig doorlichtingsscenario of een toekomstige doorlichtingsfocus in het CLB of leersteuncentrum.
- Informatie over personeelskenmerken (bv. nieuwe directie) die niet voorkomt in de DataWijzer.
DataWijzers
Wat?
De onderwijsinspectie heeft een lange traditie in het ontsluiten van data voor het onderwijsveld. Vroeger verwerkten we deze data in statische rapporten: de schoolportretten. In het schooljaar 2022-2023 lanceerden we een nieuwe vorm van datarapport: de DataWijzer.
De DataWijzer is een online en interactief instrument dat data, gerelateerd aan het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK), in samenhang visualiseert. De DataWijzer biedt elke school een eigen online dashboard dat zowel actuele en beschikbare data ontsluit als de eigen data positioneert ten opzichte van dynamische referentiegroepen.
Waar te vinden?
Sinds 9 november 2022 krijgen alle scholen gewoon basis- en secundair onderwijs toegang tot hun DataWijzer via onderstaande links:
De handleiding voor de DataWijzer kan via de volgende link geraadpleegd worden:
- handleiding: https://datawijzer.onderwijsinspectie.be/handleiding
De laadtijden van de DataWijzer kunnen helaas oplopen, we trachten met aanpassingen aan onze hardware en software dit probleem zoveel mogelijk te verhelpen.
ABC van Inspectie 2.0
Casuïstiek
Dit is een kwalitatieve onderzoeksmethodiek die erin bestaat om enkele individuele gevallen (de zogenaamde casussen) binnen een selectie van kwaliteitsverwachtingen te bestuderen, te analyseren en te interpreteren. Het onderzoeken, analyseren en onderling vergelijken van meerdere casussen binnen eenzelfde kwaliteitsgebied, maakt het mogelijk om handelings- en denkpatronen zichtbaar te maken.
Dagplanning
Sjabloon om de planning van de doorlichting op te stellen. De directeur maakt dit in overleg met de teamcoördinator.
DataWijzer
De DataWijzer is een online en interactief instrument dat data, gerelateerd aan het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK), in samenhang visualiseert. De datawijzer biedt elke school een eigen online dashboard dat zowel actuele en beschikbare data ontsluit als de eigen data positioneert ten opzichte van dynamische referentiegroepen.
Doorlichtingseenheid
Een doorlichtingseenheid (DE) weerspiegelt de reële structuur van de school zoals zij zich naar ouders en leerlingen profileert. Deze kan grondig verschillen van de administratieve structuur zoals gekend bij Agodi. Een doorlichtingseenheid bestaat uit één of meerdere vestigingsplaatsen van eenzelfde schoolbestuur die één geheel vormen en waar één pedagogisch beleid wordt gevoerd. Een doorlichtingseenheid wordt altijd in zijn geheel doorgelicht en krijgt één doorlichtingsverslag.
Doorlichtingsfocus
Het onderwerp van de onderzoeken onderwijsleerpraktijk tijdens een doorlichting. De doorlichtingsfocus bestaat uit de onderzochte afdelingen, leergebieden, sleutelcompetenties, basisopties of vakken.
Doorlichtingsscenario
Het doorlichtingsscenario is een samenhangend geheel van ontwikkelingsschalen, dat samen met de doorlichtingsfocus de inhoud van een doorlichting bepaalt.
Doorlichtingsteam
Een team van onderwijsinspecteurs dat een doorlichting uitvoert. Een doorlichtingsteam bestaat uit minstens twee onderwijsinspecteurs. Het precieze aantal onderwijsinspecteurs dat deel uitmaakt van een doorlichtingsteam is afhankelijk van de grootte van de instelling. De grootte van de instelling wordt bepaald aan de hand van een aantal criteria, zoals: het aantal vestigingsplaatsen, het aantal leerlingen …
Inspectie 2.0
Een nieuwe manier van doorlichten die op 1 september 2018 van start ging. Sinds september 2023 is die manier van doorlichting verfijnd om meer op maat van de instellingen te werken.
Kwaliteitsbeeld
Iedere kwaliteitsverwachting uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (OK) wordt verduidelijkt in een kwaliteitsbeeld. Een kwaliteitsbeeld is beschrijvend en uitnodigend geformuleerd. Een kwaliteitsbeeld beschrijft elementen die van belang zijn om aan een bepaalde kwaliteitsverwachting tegemoet te komen.
Kwaliteitsverwachting
Een kwaliteitsverwachting is een verwachting voor kwaliteitsvol onderwijs waar de onderwijspartners uit het Vlaamse onderwijs het over eens zijn. Zo'n kwaliteitsverwachting geldt voor alle onderwijsniveaus en –vormen, met uitzondering van het hoger onderwijs. Samen vormen de kwaliteitsverwachtingen het referentiekader voor onderwijskwaliteit, het OK. Het referentiekader biedt houvast en respecteert de autonomie van iedere onderwijsinstelling.
Onderwijsleerpraktijk
Het onderzoek onderwijsleerpraktijk richt zich op hoe de leraren de onderwijsleerpraktijk voor de leergebieden/vakken/sleutelcompetenties/opleidingen/types/vormingsonderdelen in de doorlichtingsfocus vormgeven binnen de visie en de context van de school. In het leerplichtonderwijs omvat dit onderzoek ook de brede basiszorg en de verhoogde zorg.
- afstemming op het gevalideerd doelenkader
- en begeleiding op maat
- leef- en leerklimaat
- leer- en ontwikkelingsgerichte aanpak/instructie
- effectieve feedback
- materiële leef- en leeromgeving
- leerlingenevaluatie
- leereffecten
- duaal leren (indien van toepassing)
Ontwikkelingsschaal
Een vierdelige schaal die aangeeft waar de kwaliteit en de kwaliteitsontwikkeling binnen de onderwijsinstelling zich situeert. Het doorlichtingsteam beoordeelt de verschillende onderzoeken aan de hand van ontwikkelingsschalen met vier niveaus: (1) beneden de verwachting, (2) benadert de verwachting , (3) volgens de verwachting en (4) overstijgt de verwachting.
Ontwikkelingsgerichte dialoog
Een methodiek om de dialoog tussen de onderwijsinstelling en het doorlichtingsteam te voeren. Deze methodiek heeft bijzondere aandacht voor waarnemen, inleven, aanreiken en beoordelen. Door als onderwijsinspecteur de activiteiten en de documenten op de school waar te nemen en zich op empathische wijze in te leven, komt het doorlichtingsteam tot een voorlopige inschatting van de sterke en aandachtspunten van de school. Met die inschatting in het achterhoofd gaat het doorlichtingsteam verder in dialoog met de school. School en doorlichtingsteam reiken samen sterke punten aan, aandachtspunten, doelen en acties ter verbetering, mogelijke hefbomen voor de toekomst. Hierna gaat het doorlichtingsteam over tot een beoordeling.
De onderwijsinspectie past deze methodiek toe in haar gesprekken tijdens de doorlichting.
Planningsdocumenten
Ondersteunend materiaal dat het schoolteam gebruikt om de onderwijsleerpraktijk te plannen. De onderwijsinspectie legt inhoudelijk en vormelijk geen enkele verplichting op. Het schoolteam kiest zelf hoe het haar aanbod plant en welke instrumenten het hiervoor nuttig acht (jaarplan, dag- of weekagenda, klasboek …)
Referentiekader voor onderwijskwaliteit (OK)
Het OK zet verwachtingen voor kwaliteitsvol onderwijs uit. Het OK kwam tijdens het schooljaar 2015-2016 in cocreatie tot stand. Voor meer informatie: zie www.mijnschoolisok.be
Reflectiegesprek
Een gesprek waarbij de onderwijsinstelling samen met het doorlichtingsteam reflecteert over de vaststellingen van de doorlichting. In dit gesprek geeft het doorlichtingsteam toelichting bij de bevindingen en reflecteert het samen met de instelling over succesfactoren en mogelijke acties en doelen ter verbetering. Op het einde van het reflectiegesprek is het voor de instelling duidelijk in welke mate de onderwijskwaliteit en de kwaliteitsontwikkeling tegemoetkomen aan de kwaliteitsverwachtingen uit het OK en is het duidelijk wat de voorlopige beoordeling van de ontwikkelingsschalen is.
Substantief onderzoek
Elke doorlichting bestaat uit twee types onderzoeken: het systeemonderzoek en het substantief onderzoek. Het substantief onderzoek is gericht op het nagaan van de doeltreffendheid tot op de klasvloer van de systematische kwaliteitsbewaking en geeft indicaties voor de kwaliteit die de school levert. Dit onderzoek vormt de basis voor de erkenning van de school. Het substantief onderzoek biedt een antwoord op de onderzoeksvraag In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het Referentiekader voor Onderwijskwaliteit en respecteert ze de regelgeving? De conclusie van het substantief onderzoek gebeurt aan de hand van de ontwikkelingsschalen ‘Onderwijsleerpraktijk’ (of ‘Handelingsplanning’) en aan de hand van ontwikkelingsschalen met betrekking tot een selectie van kwaliteitsverwachtingen (Begeleidingsprincipes, Rapportering en oriëntering, Personeelsbeleid en professionalisering).. Het systeemonderzoek en het substantief onderzoek kunnen niet los van elkaar gezien worden. Het doorlichtingsteam confronteert immers steeds beleid en uitvoering bij haar beoordelingen.
Synthesegesprek
Het eindgesprek van een doorlichting. In dit gesprek deelt het doorlichtingsteam de definitieve inschaling voor alle onderzoeken en het advies mee en motiveert ze haar beslissingen.
Systeemonderzoek
Elke doorlichting bestaat uit twee types onderzoeken: het systeemonderzoek en het substantief onderzoek. Het systeemonderzoek is gericht op de kwaliteitsontwikkeling van de school, het centrum of de academie. Het systeemonderzoek biedt een antwoord op de onderzoeksvraag In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk? De conclusie van het systeemonderzoek gebeurt aan de hand van de ontwikkelingsschalen ‘Kwaliteitsontwikkeling’ en ‘Bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’. Het systeemonderzoek en het substantief onderzoek kunnen niet los van elkaar gezien worden. Het doorlichtingsteam confronteert immers steeds beleid en uitvoering bij het beoordelen van de kwaliteitsontwikkeling.
Teamcoördinator
Eén lid van het doorlichtingsteam fungeert als teamcoördinator en is voor, tijdens en na de doorlichting het aanspreekpunt voor de school.
Tussentijds bezoek
Om regelmatig contact te hebben met iedere instelling, doet de onderwijsinspectie tussen twee doorlichtingen minstens één tussentijds bezoek (TTB). De meeste tussentijdse bezoeken bestaan uit een gesprek met het beleidsteam over de kwaliteitsontwikkeling sinds de vorige doorlichting en uit een themaonderzoek. Er vinden ook tussentijdse bezoeken plaats na een ongunstig advies, na een melding of een klacht of bij opvallende wijzigingen in de Datawijzer van de instelling. Een tussentijds bezoek duurt één dag. De instelling mag haar pedagogische begeleidingsdienst uitnodigen voor het tussentijds bezoek. Een tussentijds bezoek is niet beoordelend en leidt niet tot een advies.